Stuitingshandeling gericht tegen v.o.f./vennoot
Stuitingshandeling gericht tegen v.o.f./vennoot
Een crediteur van een vennootschap onder firma (v.o.f.) heeft verschillende mogelijkheden om zijn vordering te incasseren. Hij kan zich verhalen op het vennootschapsvermogen en op de vennoten persoonlijk. De vorderingen op enerzijds de v.o.f. en anderzijds de vennoten zijn aparte vorderingsrechten. Wanneer de crediteur veroordeling tot betaling vordert van de v.o.f. of van een vennoot, doet hij slechts één van die rechten gelden. Hoe zit het echter met de stuiting van de verjaringstermijn? Onlangs gaf de rechtbank Midden-Nederland antwoord op deze vraag.
Een vordering verjaart doorgaans na vijf jaar. De verjaring kan worden gestuit door een zogenoemde stuitingsbrief. De crediteur in kwestie had een stuitingsbrief gericht aan de v.o.f. en niet aan de vennoten persoonlijk. De enige verwijzing naar de vennoten was te vinden in de adressering: ‘t.a.v. de directie’. De brief verwees verder op geen enkele manier naar aansprakelijkheid van de vennoten in persoon.
De rechtbank oordeelde dat de brief slechts de verjaring stuitte van de vordering die verhaalbaar was op het vennootschapsvermogen. De vordering op de vennoten in persoon was niet gestuit. Dat de brief was gericht aan ‘de directie’ deed daar niet aan af.
De rechtbank oordeelde verder dat de vennoten mogelijk wel wisten dat zij ook in persoon aansprakelijk kon worden gesteld, maar uit deze formulering niet behoefden af te leiden dat de brief op hun persoonlijke aansprakelijkheid gericht was. De vordering op de vennoten was daarom niet tijdig gestuit en was verjaard.
Als schuldeiser moet u dus goed opletten bij een vordering op een v.o.f. Zorg dat u zowel de v.o.f. als de vennoten tijdig aanmaant.