Nieuws
Nieuws
Laatste nieuws
Op 17 september jl. deed de Ondernemingskamer een uitspraak over de gedwongen verkoop van alle aandelen in Centric. Deze beschikking lijkt het voorlopige einde te markeren van de soap rondom het IT-bedrijf die is ontstaan door de persoonlijke problemen van oprichter en eigenaar Gerard Sanderink. De uitspraak creëert een bijzonder precedent voor de relatie tussen enerzijds het eigendomsrecht op een bedrijf en anderzijds het maatschappelijke belang.
Onder Nederlands recht is het betrekkelijk makkelijk om beslag te leggen. De beslaglegger moet daartoe bij de Voorzieningenrechter een verzoekschrift indienen waarin hij onder andere onderbouwt dat hij een vordering heeft waarvoor beslag mag worden gelegd. In het onderhavige geval had een partij beslag gelegd op aandelen en onroerend goed van zijn wederpartij omdat volgens de beslaglegger sprake was van een vordering uit een overeenkomst tot koop van aandelen, dan wel uit een overeenkomst van koop van een bedrijfspand. De wederpartij stelde echter dat er geen koopovereenkomst tot stand was gekomen en eiste in kort geding opheffing van het beslag.
De rechtbank Oost-Brabant verklaarde recentelijk een vennootschap in staat van faillissement, terwijl die vennootschap op dat moment maar één schuldeiser had. Voordat de aanvraag was ingediend waren er meer schuldeisers, maar die hadden enkele maanden voor de faillissementsaanvraag afstand gedaan van hun vorderingen. Desondanks verklaarde de rechtbank de vennootschap failliet. De rechtbank was van oordeel dat het doen van afstand van de vordering en het vervolgens ontbinden van de vennootschap opmerkelijk was en veel vragen opriep. De curator moest die gang van zaken onderzoeken, aldus de rechtbank.
In 1982 wees de Hoge Raad een richtinggevend arrest over het afbreken van onderhandelingen. Kort gezegd werden in dit arrest drie fases geïdentificeerd. In de eerste fase staat het partijen vrij de onderhandelingen af te breken, in de tweede fase is afbreken toegestaan maar dienen de kosten van de wederpartij (gedeeltelijk) te worden vergoed en in de derde fase kunnen partijen zich niet meer eenzijdig uit de onderhandelingen terugtrekken.
Voor aandelen van bv’s en nv’s kan een zogenaamde blokkeringsregeling gelden. Aandelen kunnen bijvoorbeeld pas worden aangeboden aan een derde nadat deze aan de andere aandeelhouders zijn aangeboden. Maar wat als een schuldeiser beslag legt op aandelen en deze executoriaal wil verkopen? Geldt de blokkeringsregeling dan ook, met eventueel als gevolg dat executoriale verkoop feitelijk onmogelijk is?
De Wet Flexibel Werken biedt werknemers sinds 1 augustus 2022 de mogelijkheid om meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden te vragen als zij ten minste 26 weken in dienst zijn bij hun werkgever.
Een werkgever met minder dan tien werknemers moet binnen drie maanden schriftelijk reageren op zo’n verzoek. Werkgevers met tien of meer werknemers zijn verplicht binnen een maand te reageren. Indien een werkgever nalaat tijdig en gemotiveerd te reageren op een verzoek van een werknemer, dan wordt het verzoek geacht te zijn geaccepteerd.
De vraag is of een verzoek op grond van de Wet Flexibel Werken ook kan inhouden dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hierover oordeelde de kantonrechter te Limburg recentelijk.
Wat was er aan de hand?
Een werkgever en een werknemer kunnen ervoor kiezen om een tussentijds opzegbeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Zonder tussentijds opzegbeding kan een arbeidsovereenkomst niet eerder worden beëindigd dan tegen de aanvankelijk overeengekomen einddatum.
Een mooi bericht op internationale vrouwendag. Onze collega Şeyma Yurtkap is recentelijk door de rechtbank Zeeland-West-Brabant aangesteld als faillissementscurator en is daarmee de eerste vrouwelijke curator in Zeeland. Daar zijn we natuurlijk ontzettend trots op!
Op 9 februari 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan inzake de vernietiging van een aandelenverkoop wegens dwaling. Deze uitspraak is van bijzonder belang vanwege de gevolgen die deze kan hebben bij een afgeronde bedrijfsovername.
Als een huurder of verhuurder een verzoek indient bij de huurcommissie, kan dit verzoek in bepaalde gevallen worden afgedaan door de voorzitter. Tegen zo’n voorzittersuitspraak kan binnen drie weken verzet worden aangetekend bij de huurcommissie.
In de Deliveroo-uitspraak heeft de Hoge Raad een aantal aanwijzingen (gezichtspunten) gegeven met betrekking tot de vraag of een werkende in een onderneming moet worden gezien als een zelfstandig ondernemer, of dat hij of zij eigenlijk moet worden gezien als een werknemer in de zin van de wet.
Het is van belang dat ondernemers en bestuurders zich bewust zijn van de veranderingen in regelgeving op het gebied van corporate governance en duurzaamheid die van invloed kunnen zijn op hun onderneming. Een significante wijziging op dit gebied is de invoering van de Europese richtlijn (2022/2464) met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (ofwel de Corporate Sustainability Reporting Directive - CSRD). De CSRD zal dit jaar worden geïmplementeerd in de Nederlandse wet met als doel de transparantie en verantwoordingsplicht van ondernemingen op het gebied van duurzaamheid te vergroten.
Als een consument een woning koopt, geldt het zogenaamde schriftelijkheidsvereiste. Dat betekent dat de koopovereenkomst alleen schriftelijk kan worden gesloten. Vanaf het moment waarop de schriftelijke koopovereenkomst aan de koper ter hand wordt gesteld, gaat een termijn van drie dagen lopen. Binnen deze drie dagen kan de consument-koper zonder opgave van reden ontbinden.
Bij het aangaan van een bedrijfskrediet wordt een bestuurder of aandeelhouder van de onderneming vaak door de bank verzocht om persoonlijke zekerheid te geven. Doorgaans in de vorm van hoofdelijke aansprakelijkheid of een borgstelling.
Speculatieve grondhandel houdt de gemoederen al geruime tijd bezig. Doorgaans gaat het om landbouwgrond waarvan de verwachting wordt gewekt dat daar op termijn op mag worden gebouwd. Wie droomt niet van zo’n kans? Maar zoals we allemaal weten, als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het meestal niet waar. Hoe kijkt de rechter naar zo’n verkoop als de koper het gevoel heeft te zijn misleid en van de koop af wil? De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland oordeelde hier recentelijk over.
Met een recente uitspraak van de Hoge Raad van 14 april 2023 is meer duidelijkheid gekomen over de vraag of beëindiging van een arbeidsovereenkomst tijdens ziekte mogelijk is.
Een statutair bestuurder van een rechtspersoon is verplicht om zijn taak als bestuurder op een verantwoorde en zorgvuldige wijze uit te voeren. Gebeurt dat niet, dan kan dat leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. Het komt echter ook voor dat personen formeel geen bestuurder zijn, maar zich zodanig met het beleid bemoeien dat gesproken kan worden van een zogeheten ‘feitelijk beleidsbepaler’. Die kan dan voor de eventuele aansprakelijkheid gelijk worden gesteld met de bestuurder.
Een huurder is op grond van de wet verplicht zich als goed huurder te gedragen. Daar hoort ook bij dat hij het gehuurde niet laat vervuilen. Wat kan een verhuurder doen als dit wel gebeurt? De rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Breda heeft zich daar recent over uitgelaten.
Werknemers hebben recht op een transitievergoeding ex. artikel 7:673 BW als de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd of niet wordt verlengd.
Maar hoe zit het met de transitievergoeding wanneer sprake is van een reorganisatie en een werknemer een aangeboden passende functie weigert? Heeft de werknemer dan nog recht op een transitievergoeding? Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft zich hier recent weer over uitgelaten.
Het Haviltex-criterium houdt in dat voor de uitleg van een overeenkomst niet alleen de letterlijke tekst van belang is, maar ook hetgeen partijen voor ogen hadden en wat redelijkerwijs van hen verwacht kon worden bij het sluiten van de overeenkomst. Kortom, de overeenkomst wordt uitgelegd en alle relevante feiten en omstandigheden kunnen hierbij in overweging worden genomen.
Het Omgevingsrecht heeft betrekking op alle wet- en regelgeving met betrekking tot de fysieke omgeving waar wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Het ziet dus op ruimtelijke ordening, water, milieu, bouwen en natuurbescherming en beoogt het evenwicht te bewaren tussen het benutten en het beschermen van de leefomgeving.
De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) is een platform voor professionele vastgoedpartijen.
De ROZ heeft diverse standaard huurovereenkomsten voor de verhuur van onroerende zaken. Deze huurcontracten zijn geschreven met vooral het belang van de pandeigenaars in gedachten en worden dus doorgaans als verhuurdersvriendelijk aangemerkt.
Per 12 april 2023 verhuizen wij weer terug naar de mooie binnenstad van Middelburg. Daar zullen wij kantoor voeren vanuit het pand van het voormalig agentschap van de Nederlandse Bank aan de Gortstraat 34/36.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de verbouwing. Wij verheugen ons erop u binnenkort te ontvangen op onze nieuwe locatie!
Eind 2022 heeft het hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak met betrekking tot aansprakelijkheid van een raad van toezicht voor schulden van de stichting waarvan zij toezichthouder is. Het ging in deze zaak om een zorginstelling die failliet was gegaan. Een bepaalde partij had geld geleend aan de stichting. De leninggever meende dat zowel het bestuur als de raad van toezicht van de stichting aansprakelijk was voor de schade, omdat de door de eiser verstrekte geldlening niet kon worden terugbetaald.
De rechtbank Gelderland heeft op 11 januari 2023 een interessante uitspraak gedaan over de toepassing van de klokkenluidersregeling, zoals opgenomen in artikel 7:658c BW. Dit artikel verbiedt het een werkgever om een werknemer te benadelen die te goeder trouw het vermoeden van een misstand meldt. Zo’n benadeling kan in vele vormen voorkomen. In deze casus ging het over het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
Veel arbeidsovereenkomsten eindigen door middel van het sluiten van een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Werkgever en werknemer stellen dan de voorwaarden vast voor beëindiging van het dienstverband. Voor de werknemer is van belang om tussen het moment van het sluiten van de overeenkomst en de overeengekomen einddatum de (fictieve) opzegtermijn in acht te nemen. Zo niet, dan kan het UWV over die periode weigeren om een WW-uitkering toe te kennen. Eind 2022 werd hierover een procedure gevoerd.
Achtergrond
De Wet bescherming klokkenluiders is op 18 februari 2023 in werking getreden en volgt uit de Richtlijn bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (2019/1937), van 23 oktober 2019. Enkele bepalingen (die zien op het anoniem kunnen melden bij een werkgever en de sanctietaak en -bevoegdheden van het Huis voor Klokkenluiders) zijn niet direct in werking getreden. Daarvoor is eerst nadere regelgeving nodig.
Het contractenrecht gaat ervan uit dat overeenkomsten bindend zijn en in beginsel moeten worden nageleefd. Partijen moeten erop kunnen vertrouwen dat de gemaakte afspraken worden nagekomen.
Indien zich gedurende de loop van het contract gewijzigde omstandigheden voordoen, voorziet de wet in de mogelijkheid om een reeds gesloten contract aan te passen. Dat kan door het doen van een beroep op onvoorziene omstandigheden conform artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij het moet gaan om omstandigheden die op het moment van het sluiten van de overeenkomst nog in de toekomst lagen, waarvoor partijen in het contract geen voorziening hebben getroffen, en die van dien aard zijn dat de andere partij in alle redelijkheid een ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.
Een particuliere koper van een voor bewoning bestemde woning heeft op grond van de wet het recht om gedurende drie dagen na het tekenen van de koopovereenkomst de overeenkomst te ontbinden zonder opgave van redenen. Voor een verkoper geldt deze wettelijke bedenktermijn niet. Het staat partijen echter wel vrij een bedenktermijn voor een verkoper af te spreken. Oneigenlijk gebruik van deze termijn is echter niet toegestaan, zo oordeelde recentelijk het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
De kantonrechter te Den Haag deed recentelijk uitspraak in een zaak over een werknemer die zich in verband met een conflict met de werkgever ziek had gemeld en sindsdien geen arbeid meer had verricht. De re-integratie kwam vervolgens niet tot stand, niet bij de eigen werkgever en ook niet bij een andere werkgever (het zogeheten tweede spoor). De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst uiteindelijk vanwege een verstoorde arbeidsrelatie en kende de transitievergoeding toe. Het verzoek van de werknemer tot toekenning van een aanvullende billijke vergoeding werd afgewezen. De rechter vond niet dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over de vraag of interne kosten van een organisatie (in dit geval een gemeente) kunnen worden doorberekend aan een aansprakelijke partij.
De gemeente wilde samen met een projectontwikkelaar gronden exploiteren ten behoeve van een nieuwbouwproject. Bij het passeren van de notariële akten werd door de notaris een hypotheekrecht over het hoofd gezien en dat leidde tot vertraging en verschillende complicaties. De gemeente stelde het notariskantoor aansprakelijk voor de ontstane schade en wilde ook haar eigen interne kosten als schade doorberekenen.
De kantonrechter in Den Haag oordeelde recentelijk dat een werkgever de arbeidsovereenkomst met een werknemer terecht had vernietigd wegens dwaling. Dit is bijzonder, aangezien de vernietiging van een arbeidsovereenkomst op grond van dwaling in de lagere rechtspraak bijna nooit wordt gehonoreerd.
Per 1 september 2022 is Joost Broekhuis ons kantoor komen versterken. Hij zal hoofdzakelijk praktijk voeren vanuit onze nieuwe locatie in Amsterdam.
Joost begon in 2001 als advocaat en is specialist in ondernemingsrecht, corporate governance en financieel toezicht & compliance. Van 2001 tot 2006 was hij werkzaam als advocaat bij Stibbe te Amsterdam en Londen en van 2006 tot 2011 bij Hogan Lovells te Amsterdam.
In de reeks van uitspraken over de opzegging van kredietrelaties door banken is weer een aantal interessante uitspraken gedaan.
Klant krijgt boetes opgelegd door ACM
Ten eerste oordeelde het gerechtshof Amsterdam over de opzegging van een kredietrelatie door een bank omdat haar klant een aantal boetes kreeg opgelegd door de ACM (Autoriteit Consument en Markt) in verband met marktmanipulaties bij executieveilingen. De kredietnemer ging in bezwaar tegen de opgelegde boetes en uiteindelijk werden deze allemaal vernietigd. Desondanks had de bank, nadat de boetes waren opgelegd, volgens het Hof het recht om de kredietrelatie op te zeggen en op gecontroleerde wijze af te bouwen. Op het moment dat de bank dit besluit nam waren de boetes nog niet vernietigd. De bank had volgens het hof een gerechtvaardigd belang om niet geassocieerd te willen worden met beboete gedragingen. De bank had zich verder de belangen van de kredietnemer voldoende aangetrokken door met de kredietnemer afspraken te maken over geleidelijke afbouw van het krediet.
Het aanvaarden van een nalatenschap kan soms grote gevolgen hebben voor een erfgenaam als sprake blijkt te zijn van grote schulden. Door het aanvaarden draait de erfgenaam op voor die schulden.
Het is daarom van belang goed na te denken over de vraag of een nalatenschap moet worden aanvaard of verworpen. Zo’n aanvaarding kan echter ook onbewust plaatsvinden. Tot de wetswijziging van 1 september 2016 gold het uitgangspunt dat al snel sprake was van zuivere aanvaarding van de nalatenschap als door erfgenamen daden van beheer werden verricht. Handelingen die erfgenamen kort na het overlijden soms noodgedwongen moesten verrichten leidden dan tot zuivere aanvaarding.
De Nederlandse woningvoorraad veroudert. Ook is verduurzaming nodig vanwege de energietransitie. Veel verhuurders, in het bijzonder woningcorporaties, laten daarom de komende jaren renovatiewerkzaamheden aan hun woningen uitvoeren.
Een renovatie is gericht op verbetering van het gehuurde en het huurgenot. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van isolatie, dubbel glas, nieuwe verwarmingsinstallaties of andere voorzieningen.
Een werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit minimum levert de wettelijke vakantiedagen op. De aanspraak op dit minimum vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Werkgevers gaan er echter soms te snel vanuit dat sprake is van verval.
Overheidsbesluiten kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de burger. Dit geldt met name bij bestuurlijke handhaving: het toepassen van bestuursdwang, het opleggen van een last onder dwangsom of het opleggen van een bestuurlijke boete.
De burger moet zich aan de wetten en regels houden. Dat geldt net zo goed - of nog sterker - voor de overheid. Het bestuursrecht kent daarom de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daartoe horen onder meer het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Het evenredigheidsbeginsel houdt kort gezegd in dat een overheidsbesluit de betrokken personen of partijen niet onnodig mag schaden.
Als een onderneming/vennootschap haar BTW en loonbelasting niet kan betalen, doet de bestuurder er verstandig aan om tijdig betalingsonmacht bij de fiscus te melden. Zo niet, dan kan de bestuurder persoonlijk aansprakelijk zijn voor de betreffende schulden.
Sinds enige maanden hebben ondernemingen een nieuwe manier om schulden te saneren, te weten met het aanbieden van een onderhands schuldeisersakkoord op grond van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Onderdeel van een WHOA-traject is dat wordt getoetst of schuldeisers bij het aangeboden akkoord beter of slechter af zijn dan bij een eventueel faillissement. Recentelijk deed de rechtbank Limburg hierover een voor verhuurders relevante uitspraak.
Een ontbinding op grond van disfunctioneren kan ingrijpende gevolgen hebben voor een werknemer. De lijn in de rechtspraak is dan ook dat van een werkgever mag worden verwacht dat hij aan een disfunctionerende werknemer serieus en reëel de gelegenheid biedt om tot verbetering van zijn functioneren te komen. Bovendien moet de ongeschiktheid van een werknemer niet het gevolg zijn van onvoldoende zorg van een werkgever voor scholing.
Op 1 januari 2021 werd de Wet Homologatie Onderhands Akkoord ingevoerd. Op grond van die wet kan een schuldenaar aan zijn schuldeisers een akkoord aanbieden. Als één klasse van de schuldeisers voor het akkoord heeft gestemd, kan het aangeboden akkoord ook dwingend worden opgelegd aan de klassen van schuldeisers die tegen stemmen. Als een crediteur zich daartegen wil verzetten, moet hij erg goed op de korte termijnen letten. Is hij te laat dan is de beurt voorbij. Dat kan grote gevolgen hebben.
Indien een schuldenaar failliet wordt verklaard op verzoek van een schuldeiser, dan kan de schuldenaar in hoger beroep gaan.
Als de rechter in hoger beroep het faillissement vervolgens vernietigt, dan is er inmiddels een periode verstreken waarin de betrokkene in staat van faillissement verkeerde. Dat heeft vanzelfsprekend grote gevolgen. Het bedrijf komt stil te liggen, opdrachten vallen weg, betalingen kunnen niet meer worden uitgevoerd, etc.
Koop breekt geen huur. Oftewel, als een verhuurde onroerende zaak verkocht wordt, behoudt de huurder zijn huurrechten. Interessant is de vraag of de huurder bij verkoop ook nog andere rechten behoudt, bijvoorbeeld een recht van eerste koop?
Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde begin dit jaar over deze vraag. Een professionele huurder van een bedrijfspand had bij het aangaan van de huurovereenkomst een recht van eerste koop bedongen. De verhuurder verkocht het pand aan een derde, waarbij de huurder geen gebruik maakte van zijn voorkeursrecht. Toen de nieuwe eigenaar het pand later weer verkocht, bood hij het niet eerst aan de huurder aan. De huurder vorderde een contractuele boete voor schending van het recht van eerste koop.
Bij het invoeren van de WWZ in 2015 is de transitievergoeding in de wet vastgelegd. De werknemer heeft in vrijwel alle gevallen recht op de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werkgever.
Daarnaast is voor uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid geopend om een aanvullende billijke vergoeding toe te kennen. Dit was bedoeld als een uitzondering, maar de praktijk leert dat over die vergoeding vaak wordt geprocedeerd.
De SER heeft ten behoeve van een nieuw kabinet een ontwerpadvies gepubliceerd met betrekking tot het arbeidsrecht.
Eén van de adviezen is om tijdelijke contracten te ‘doorbreken’ zodat personeel zoveel mogelijk in vaste dienst komt. Dit zou worden bereikt door de onderbrekingstermijn voor tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever te laten vervallen. Verder zou het nul-urencontract worden afgeschaft en krijgen uitzendkrachten dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste krachten.
Op 12 december 2020 deed de Hoge Raad uitspraak in een zaak met betrekking tot de klacht van een koper van een nieuwbouwwoning die te maken kreeg met structurele en ernstige lichtoverlast in de winter, afkomstig van een lichtinstallatie van een nabijgelegen tennispark.
Onlangs heeft het gerechtshof Den Bosch een uitspraak gedaan in een zaak over persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder bij een arbeidsongeval. Een medewerker van een dakdekkersbedrijf was dodelijk ten val gekomen. De erfgenamen spraken het bedrijf aan tot vergoeding van de door hen geleden schade, maar het bedrijf was inmiddels failliet verklaard. Kort voor het faillissement was de verzekeringspremie niet betaald, waardoor de verzekeraar geen dekking meer gaf voor de gevolgen van ongelukken. De erven stonden daardoor met lege handen.
Op 16 februari 2021 deed het hof Amsterdam uitspraak in de zaak van Deliveroo. Kort samengevat ging het daar om de vraag of Deliveroo-medewerkers krachtens arbeidsovereenkomst in dienst zouden zijn of dat er sprake zou zijn van een overeenkomst van opdracht.
Sinds 1 januari 2021 biedt de Wet Homologatie Onderhands Akkoord bedrijven en ondernemingen in zwaar weer de mogelijkheid om buiten faillissement schulden te saneren. Het doel van deze wet (in het kort: de WHOA) is het behoud van de waarde van ondernemingen in het belang van de schuldeisers en andere betrokkenen.
Een debiteur die te laat is met betalen, is rente verschuldigd. Als daar geen contractuele afspraken over zijn gemaakt, bepaalt de wet het rentepercentage, de zogenaamde wettelijke rente. Onze wet kent twee verschillende soorten rentes. Ten eerste de normale wettelijke rente, die momenteel 2% bedraagt. Daarnaast de wettelijke handelsrente, die veel hoger is, momenteel 8%.
De hoofdregel is dat het bestuur van een vennootschap autonoom is en aandeelhouders slechts dient te informeren tijdens de algemene vergadering. In meerdere uitspraken oordeelde de Ondernemingskamer (OK) dat deze regel niet altijd opgaat. Op grond van de bijzondere zorgplicht jegens haar aandeelhouders kan een vennootschap gehouden zijn haar aandeelhouders buiten de algemene vergadering te informeren.
Eerder dit jaar wees het Hof Den Bosch arrest in een zaak tussen een bank en een zakelijke klant. De bank drong na een waardedaling van het onderpand aan op het afbouwen van het gefinancierde bedrag, bij gebreke waarvan de financiering zou worden opgezegd. De klant startte een kort geding en won de eerste slag. De bank werd gelast de financiering voort te zetten. Vervolgens kondigde de bank aan dat de opslag op de verstrekte leningen werd verhoogd met aanvankelijk 0,8% en later 1%. De klant nam hier geen genoegen mee en stelde dat de bank in strijd handelde met het zorgvuldigheidsbeginsel uit artikel 2 van de algemene bankvoorwaarden.
Vanaf begin september 2020 zijn een 16-tal jachteigenaren in (met name) Italië in grote problemen gekomen met hun ICP (International Certificate for Pleasure craft). Het ICP wordt uitgegeven door het Watersportverbond op basis van een convenant met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het was lange tijd een document waar de Italiaanse autoriteiten genoegen mee namen, maar dat is nu anders. Ook Portugal accepteert het ICP niet meer en Spanje lijkt te volgen.
Mag een werkgever op basis van een eenzijdig wijzigingsbeding een leaseregeling intrekken? Hierover oordeelde het gerechtshof Amsterdam deze zomer in een zaak tussen de Rabobank en een aantal werknemers.
Binnen een groep vennootschappen kan de keuze worden gemaakt om alleen de moedermaatschappij een geconsolideerde jaarrekening te laten publiceren. Een voorwaarde daarvoor is dat de moedermaatschappij een aansprakelijkheidsverklaring afgeeft ex artikel 2:403 BW, waarin zij zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor schulden van haar dochtervennootschappen die voortvloeien uit rechtshandelingen. De groepsvennootschappen zijn dan vrijgesteld van de verplichting tot het publiceren van een eigen jaarrekening.
Mag een bestuurder die het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd nog betalingen doen? En handelt hij onrechtmatig als hij alleen maar een paar specifieke schuldeisers betaald? De Hoge Raad schiep eerder dit jaar duidelijkheid.
PostNL, een bedrijf met 38.000 werknemers, is enige tijd geleden gefuseerd met Sandd, een bedrijf met 19.000 postbezorgers.
In de media verschenen nogal wat verwarrende berichten over de juridische positie van de Sandd-medewerkers. Zo werd door PostNL verteld dat er veel vacatures waren bij PostNL, maar dat een afvloeiingsregeling was getroffen voor mensen die bij Sandd werken en geen plek konden vinden bij PostNL. De NOS meldde dat de helft van de Sandd-medewerkers zijn baan zou verliezen. Naar aanleiding van deze berichten zetten wij de regels bij fusies en overnames op een rij.
Sinds de invoering van de WWZ is de ontslagvergoeding genormeerd. In vrijwel alle gevallen moet de transitievergoeding aan de werknemer worden betaald. De maatstaven liggen vast in de wet.
Daarnaast heeft de wetgever de zogeheten billijke vergoeding geïntroduceerd. Dit is een aanvullende vergoeding die wordt toegekend als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De wetgever heeft echter geen duidelijk inzicht gegeven in de vraag wat daar nu precies onder moet worden verstaan.
In de WWZ zijn harde vervaltermijnen in het leven geroepen. Zo vervalt de aanspraak op de transitievergoeding als die niet binnen drie maanden na einde van het dienstverband bij de kantonrechter is gevorderd. Dat die harde regel niet altijd strikt wordt toegepast, volgt uit een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 8 oktober 2019.
De vervoerder heeft in het wegvervoer - kort gezegd - de verplichting ‘goed erin, goed eruit’. Komt de lading beschadigd aan op de plaats van bestemming, dan is de vervoerder in beginsel aansprakelijk.
Wat nu als de vervoerder of chauffeur de lading niet zelf in zijn truck heeft geladen en vastgezet en er bij aankomst niet zonder extra kosten gelost kan worden? Hierover oordeelde het Hof Den Bosch in een zaak tussen een vervoerder en afzender die tevens ontvanger was.
In de wet staat dat een verstoorde arbeidsverhouding een redelijke grond is om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Gaat het dan om de verstoorde verhouding tussen werkgever en werknemer of kan daarvan ook sprake zijn als de verhouding tussen werknemers onderling verstoord is geraakt?
Uit een recente uitspraak van het Hof Arnhem/Leeuwarden blijkt dat ook bij een verstoorde arbeidsverhouding tussen werknemers onderling sprake kan zijn van een verstoorde arbeidsverhouding die reden is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
Als twee partijen samen een onderneming starten, is niet ongebruikelijk dat ieder 50% van de zeggenschap heeft. In tijden van harmonie werkt dit prima. Als de meningen verdeeld raken bestaat echter het risico op een patstelling of een zogenaamde deadlock.
Regelmatig komt het voor dat een bepaling uit een aandeelhoudersovereenkomst afwijkt van een bepaling uit de statuten. Om dit te ondervangen staat in veel aandeelhoudersovereenkomsten dat partijen gehouden zijn om afwijkende bepalingen uit de statuten aan te passen aan de bepalingen uit de aandeelhoudersovereenkomst. Dit was ook het geval in een zaak die werd voorgelegd aan de rechtbank Gelderland. Desondanks ontstond een discussie tussen de aandeelhouders.
Het gerechtshof Den Bosch oordeelde onlangs over de vraag of een verkoopmakelaar onrechtmatig had gehandeld jegens de koper van een woning door in de verkoopbrochure een te grote oppervlakte te noemen.
De feiten: de koper had in 2013 een woning gekocht. De verkopend makelaar was aangesloten bij beroepsvereniging VastgoedPro. VastgoedPro verplicht haar leden om woningen die zij aanbieden op te meten volgens de NEN 2580 meetinstructie. De verkoopbrochure vermeldde een woonoppervlakte van 105 m2, maar ook dat de indeling en afmetingen in werkelijkheid enigszins konden afwijken van de genoemde maten. Na het sluiten van de koopovereenkomst, maar voor de levering, kwam de koper er achter dat de oppervlakte slechts 88 m2 bedroeg. De koper nam de woning desondanks af, maar stelde schade te hebben geleden die de makelaar moest vergoeden. Deze schade was volgens de koper te begroten aan de hand van de prijs per m2.
Als een huurder van woonruimte onder bewind staat, heeft dit ook invloed op de relatie met zijn verhuurder.
Eén van de gevolgen is dat bij gerechtelijke procedures tegen de huurder niet de huurder, maar diens bewindvoerder moet worden opgeroepen voor de rechtbank. Daar blijft het niet bij. Uit een recent vonnis in kort geding van de rechtbank Limburg blijkt dat ook huurbeëindiging niet zomaar buiten de bewindvoerder om rechtsgeldig tot stand kan komen.
Tijdelijke verhuur van woonruimte blijft ook na inroeping van de Wet doorstroming huurmarkt in 2016 de gemoederen beroeren. Wij berichtten daarover al eerder. Onlangs wees de rechtbank Overijssel een opmerkelijk vonnis over tijdelijke woonruimteverhuur.
Veel onroerend goed wordt door anderen dan de eigenaar gebruikt. Dat gebeurt regelmatig op basis van afspraken die niet goed zijn vastgelegd. Daarnaast hebben gemaakte afspraken soms onbedoelde gevolgen. Een als bruikleen bedoelde overeenkomst kan bijvoorbeeld tegen de wil van de eigenaar als huurovereenkomst worden aangemerkt. Een discussie hierover ontstaat doorgaans als de eigenaar zijn pand weer leeg opgeleverd wil krijgen.
Bij de verhuur van bedrijfsruimte en woningen schakelen veel eigenaren een verhuurmakelaar in. De makelaar biedt het pand aan op de markt en is vaak betrokken bij de selectie van en onderhandelingen met de potentiële huurders en de totstandkoming van het huurcontract.
Recentelijk wees het hof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest over de noodzaak om juiste informatie te verstrekken bij een kredietaanvraag. Het arrest had betrekking op een borgtocht, die door een bestuurder van een vennootschap werd verstrekt ten behoeve van diverse zakelijke leningen. De echtgenote van de bestuurder had niet meegetekend, wat soms reden kan zijn voor vernietiging van de borgtocht. Eén van de relevante voorwaarden voor vernietiging is dat de borgtocht niet is verstrekt ten behoeve van een normale bedrijfsuitoefening van de kredietnemer.
De creatief directeur van een televisieproducent heeft bij de rechter met succes aanspraak gemaakt op een aanzienlijke billijke vergoeding. Hij vorderde ten eerste afwijzing van de door werkgever gevorderde ontbinding. Zou die ontbinding wel worden toegewezen, dan vorderde hij betaling van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 2 miljoen. Deze laatste vergoeding was gebaseerd op het mislopen van een toekomstige winstdeling.
Op 22 februari 2019 deed de rechtbank Overijssel uitspraak in kort geding over een vordering tot wedertewerkstelling. Het betrof een 62-jarige medewerker van een ziekenhuis die al vele jaren als manager werkte. In verband met financiële tekorten vond een herschikking van taken plaats. De werknemer kreeg daarbij (voor 50% van zijn arbeidstijd) de functie van programma manager. Enkele maanden later concludeerde het ziekenhuis dat de werknemer het werk als programma manager niet naar behoren vervulde en communiceerde zij binnen de organisatie dat de werknemer deze rol niet meer zou vervullen. De werknemer eiste in kort geding dat hij de functie van programma manager weer mocht uitoefenen.
Na een reorganisatie was een werknemer een lagere functie met een lager salaris toebedeeld. De werknemer voerde de werkzaamheden uit die bij de nieuwe functie hoorden, maar deed dat onder protest en stapte naar de rechter. Hij vorderde een verklaring voor recht dat hij onverminderd recht had op zijn oude functie en het hogere salaris. De kantonrechter wees de vordering toe, maar het hof wees de vordering af. De Hoge Raad gaf de werknemer alsnog gelijk.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Ook in de digitale wereld geldt dit uitgangspunt. In de digitale wereld is echter niet altijd duidelijk door wie een aanbod wordt aanvaard. In een recente uitspraak oordeelde de rechtbank over de aanvaarding van een aanbod door een stagiair die tot die aanvaarding niet bevoegd was. Wat speelde er?
Indien een partij schade vordert van een andere partij, dan moet de eisende partij bewijzen dat de schade is veroorzaakt door de wederpartij. In een zaak waar het Gerechtshof Den Bosch over besliste stond voor 80% vast dat de schade was veroorzaakt door de wederpartij. Het hof vond dat niet voldoende om de wederpartij te veroordelen.
Op grond van onder meer de Woningwet is een verhuurder onder omstandigheden aansprakelijk voor illegaal gebruik van het pand door zijn huurder. De huurder dient zich tot op zekere hoogte te informeren over het gebruik dat van zijn pand wordt gemaakt. Op grond van deze ‘inspectieplicht’ moet de verhuurder bij het aangaan van de huur de bedoelingen en identiteit van de huurder controleren en moet hij het gehuurde regelmatig inspecteren.
Wil een huurder de huur beëindigen, dan moet hij tijdig opzeggen. De meeste huurcontracten melden dat een opzegging kan worden gedaan tegen het einde van de lopende contractstermijn en dat de opzegging schriftelijk moet gebeuren per aangetekende brief of deurwaardersexploot.
Het komt steeds vaker voor dat gesprekken of telefoongesprekken tussen werkgever en werknemer worden opgenomen. Dat kan eenvoudig worden gedaan met behulp van mobiele telefoons. Het voelt niet goed, maar dit soort bewijs kan in civiele zaken wel worden gebruikt.
De Hoge Raad heeft een belangrijke uitspraak gedaan over de verschuldigdheid van de transitievergoeding bij gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Het zal u niet zijn ontgaan dat op 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking is getreden. Ook wij hebben onze dienstverlening afgestemd op deze Europese regelgeving. Op onze website kunt u onze privacyverklaring terugvinden. Deze verklaring geeft u een overzichtelijk inzicht in hoe wij uw persoonlijke gegevens verwerken.
Algemene bedrijfsruimte (artikel 7:230a BW) wordt doorgaans verhuurd voor bepaalde tijd. Staat er niets in het contract, dan eindigt de huur van rechtswege. Meestal bevatten de huurcontracten echter een bepaling dat de huur, tenzij tijdig wordt opgezegd.
De praktijk leert dat de huuropzegging lang niet altijd tijdig plaatsvindt. Wat geldt dan? Deze vraag heeft het gerechtshof Den Bosch in een recent arrest beantwoord.
Onlangs wees het hof Amsterdam wederom een arrest waarin een bank werd teruggefloten. Het ging in dit geval om ABN AMRO Bank, die in diverse hypotheekovereenkomsten had bedongen dat zij de opslag bovenop de contractuele rente eenzijdig mocht wijzigen. Op 1 februari 2009 verhoogde de bank de opslag met 0,5% en in juni 2012 nogmaals met 1%. Als reden gaf de bank dat de economie sterk was veranderd en dat het voor de bank duurder was om geld te lenen. Verschillende leningnemers deden hun beklag en verenigden zich in een stichting. De stichting voerde vervolgens een procedure tegen de bank.
Ook bedrijven kunnen soms met succes een eenzijdig door de bank opgelegde rente-opslag aanvallen. Zo blijkt uit een recent arrest van het hof Amsterdam.
ING Bank legde een aantal zakelijke kredietnemers een eenzijdige verhoging van rente-opslag op. Zij beriep zich daarbij op haar standaarddocumentatie. De documentatie was volgens de klanten echter niet voldoende duidelijk en bevatte geen helder en transparant beding op grond waarvan de eenzijdige opslag inderdaad was toegestaan.
Een handelsnaam is de naam waaronder een onderneming wordt gedreven. Registratie is niet vereist. Voldoende is dat de naam wordt gevoerd en bij het publiek bekend is.
Een handelsnaam die erg beschrijvend is, kan ook als handelsnaam dienen. Een sterk beschrijvende handelsnaam heeft echter slechts geringe beschermingsomvang.
Er ligt een concept voor een wetsvoorstel ter tafel genaamd de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Deze wet is bedoeld als een soort aanpassing of reparatie van de Wet werk en zekerheid (WWZ) die in 2015 is ingevoerd.
Met de invoering van de WWZ is ook het systeem van transitievergoedingen ingevoerd. Indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever eindigt, dan heeft de werknemer in beginsel recht op de transitievergoeding. De hoogte daarvan is in de wet vastgelegd.
Als een werkgever de arbeidsovereenkomst met een werknemer opzegt die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt gelden andere regels. De wet sluit in dat geval het recht op een transitievergoeding uit.
Het voeren van een handelsnaam die door een andere onderneming al wordt gevoerd is verboden. Ook is het verboden om een handelsnaam te gebruiken die zoveel lijkt op de handelsnaam van een andere onderneming, dat bij het publiek verwarring kan ontstaan. De kortgedingrechter in Amsterdam oordeelde onlangs echter dat niet iedere graad van verwarring een gebod tot naamswijziging rechtvaardigt. Wat was er aan de hand?
De wet schrijft voor dat de huurder het gehuurde niet mag wijzigen zonder toestemming van de verhuurder, tenzij het gaat om kleine veranderingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan kunnen worden gemaakt. In het huurcontract is doorgaans ook nog een verbod opgenomen. Toch gaat het regelmatig mis.
Dat woningcorporaties richting hun huurders een zorgplicht hebben is gelet op de doelgroep te billijken. Soms wordt die zorgplicht wel erg vergaand ingevuld in de rechtspraak.
In een Rotterdamse zaak was sprake van een flinke huurachterstand. De woningcorporatie vorderde bij de kantonrechter ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling van de huurder tot betaling van de huurachterstand.
In een dienstverband dat bijna 20 jaar had geduurd kwam het tussen werkneemster en werkgever tot een conflict. Op zeker moment besloot de werkneemster om vertrouwelijke bedrijfsinformatie te sturen naar haar eigen privé e-mailadres en het e-mailadres van haar zus. Toen de werkgever dat ontdekte, verzocht hij ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een transitievergoeding. De werkgever vond het handelen ernstig verwijtbaar en meende dat de arbeidsverhouding onherstelbaar verstoord was geraakt
Als een partij op grond van een contractueel boetebeding een boete verbeurt, kan deze partij de rechter vragen de boete te matigen. In een recent arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld over de maatstaf voor matiging van een dergelijke boete.
Op 25 mei 2018 treedt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking. De AVG komt in plaats van de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De AVG brengt een aantal veranderingen mee in de relatie tussen de verwerker en verwerkingsverantwoordelijke.
De verantwoordelijke is degene die het doel en de middelen van het gebruik van persoonsgegevens bepaalt. De bewerker/verwerker is degene die de gegevens verwerkt ten behoeve van de verantwoordelijke. De verwerker handelt dus in opdracht van de verantwoordelijke.
Bij toewijzing van een vordering tot opzegging van de huur van zogenaamde 290-bedrijfsruimte (bijvoorbeeld winkelruimte) heeft de rechter de mogelijkheid om de verhuurder te veroordelen tot het betalen van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van de huurder. In een arrest van 16 februari 2018 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of een vergoeding voor goodwill die de huurder voor een nieuwe locatie moet betalen valt onder de verhuis- en inrichtingskosten.
De kantonrechter te Utrecht kende recentelijk een billijke vergoeding (inclusief de transitievergoeding) van € 200.000,-- toe aan een journalist van de VPRO. Daarmee is dit een van de hoogste vergoedingen die door een rechter is toegekend in het kader van de transitievergoeding en billijke vergoeding.
Op donderdag 18 januari jl. vond het seminar ‘Privacy en de AVG – bent u er klaar voor?’ plaats. De aanwezigen werden bijgepraat over de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens en kregen een praktisch stappenplan om te voldoen aan de nieuwe Europese regelgeving (de Algemene verordening gegevensbescherming).
In 2016 zijn nieuwe wettelijke regels voor tijdelijke huur van woonruimte geïntroduceerd. Wij berichtten daar eerder over.
Op grond van de wet moet een huurder in beginsel ook daadwerkelijk vertrekken na afloop van de huurtermijn. Daar is wel voor vereist dat de verhuurder de huurder schriftelijk informeert over de dag dat de huur eindigt. Dat moet gebeuren in de periode tussen drie maanden en één maand vóór het einde van de overeengekomen huurtermijn. Gebeurt dat niet, dan geldt de huur alsnog voor onbepaalde tijd, met alle huurbescherming die daaraan vastzit.
Vanaf 1 januari 2018 geldt de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars.
Op grond hiervan is iedere VvE voortaan verplicht om jaarlijks een bedrag te reserveren voor het groot onderhoud aan het gebouw dat zij beheert of in eigendom heeft.
Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde recentelijk over een geschil tussen een werknemer en een werkgever over een relatiebeding. In het relatiebeding stond een verbod voor de werknemer om binnen een jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst zakelijke betrekkingen aan te gaan met relaties van haar voormalig werkgever. Binnen een jaar nadat de werknemer van baan was gewisseld, legde zij contact met een leverancier van haar voormalige werkgever. De werkgever meende dat sprake was van schending van het relatiebeding en vorderde de contractueel overeengekomen boete. De werkneemster meende dat geen sprake was van schending, omdat met het begrip ‘relatie’ alleen werd gedoeld op klanten van haar voormalig werkgever.
Met ingang van 1 januari 2016 is de maximale termijn voor het publiceren van een jaarrekening verkort van dertien naar twaalf maanden. Dit betekent dat de uiterste datum van publicatie voor de jaarrekening over 2016 31 december 2017 was. Wordt een jaarrekening te laat gepubliceerd, dan kan dit leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders in geval van faillissement van de rechtspersoon. Er zijn disculpatiemogelijkheden, maar het is onverstandig om daar op te vertrouwen.
Naar aanleiding van de Europese richtlijn 2000/78/EG werd in 2003 in Nederland de Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte van kracht. Die wet verbiedt het om direct en indirect op grond van werkelijke of vermeende handicap of chronische ziekte een onderscheid te maken. In de rechtspraak is deze wet meerdere keren aan de orde gekomen waar het gaat om werknemers die te kampen hebben met ernstig overgewicht (obesitas). De algemene lijn uit de rechtspraak is dat de meeste rechters ervan uitgaan dat ernstig overgewicht moet worden aangemerkt als een chronische ziekte. Beëindiging van het dienstverband is mogelijk, maar dan moet wel komen vast te staan dat de werknemer niet langer aan de functie-eisen voldoet.
Al diverse malen kwam in het nieuws dat makelaars de wet overtreden met het eisen van aanvullende gegevens van onder andere geïnteresseerde huurders. Al voordat de bezichtiging plaatsvindt, eisen makelaars aanvullende privacygevoelige informatie van de aspirant-huurders. U kunt hierbij denken aan loonstroken, bankafschriften, uittreksels bevolkingsregister en werkgeversverklaringen. Deze gang van zaken is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens en vanaf 25 mei 2018 met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Op donderdag 18 januari 2018 houden wij een seminar privacyrecht met als thema:
‘Privacy en de AVG – bent u er klaar voor?’
Dit keer wordt u bijgepraat over de Algemene verordening gegevensbescherming en de vereisten om daaraan te voldoen.
Op donderdag 7 december jl. vond het seminar vastgoed plaats. Tijdens het laatste seminar van 2017 werden de aanwezigen bijgepraat over de lessen die te trekken zijn uit de voorbije crisis en hoe vastgoedexploitanten hun bezit toekomstbestendig kunnen exploiteren.
Het concreet invullen van re-integratieverplichtingen bij ziekte levert regelmatig spanningen op tussen werkgever en werknemer. Recent verschenen twee uitspraken die iets meer duidelijkheid geven over de omvang van de verplichtingen.
Op 25 oktober 2017 heeft de artsenfederatie KNMG voor artsen een handreiking gepubliceerd over het opnemen van gesprekken tussen een arts en patiënt. Patiënten zouden de behoefte hebben het gesprek met de arts terug te luisteren of te laten horen aan bijvoorbeeld familie. De geluidsopname kan misverstanden voorkomen en de zorgverlening ondersteunen.
Onlangs heeft de kantonrechter te Amsterdam geoordeeld dat internetten tijdens werktijd een grond kan opleveren voor ontslag op staande voet. Wat was er in deze zaak aan de hand?
Na afloop van twee jaar eindigt in de regel de verplichting van de werkgever om het loon tijdens ziekte door te betalen. Als een werknemer de arbeidsovereenkomst vervolgens opzegt, dan moet dat duidelijk en ondubbelzinnig gebeuren. Geldt dat ook voor de werkgever?
Bij het einde van een huurovereenkomst dient de huurder het gehuurde weer ter beschikking te stellen aan de verhuurder in de staat zoals die was bij de start van de huurperiode. Levert de huurder het gehuurde niet in de vereiste staat op, dan is hij direct in verzuim. De verhuurder heeft dan recht op schadevergoeding. Dit geldt voor de verhuur van woonruimte, middenstandsbedrijfsruimte en overige bedrijfsruimte.
Helaas ervaren mensen in het dichtbevolkte Nederland regelmatig overlast van hun buren, zoals geluidsoverlast door muziek of huisdieren of vervuiling van tuin en woning. Soms is de overlast zo ernstig en structureel dat sprake is van onrechtmatige burenhinder.
De rechtbank Amsterdam deed recentelijk uitspraak in een zaak van een werknemer die arbeidsongeschikt was geworden voor zijn oorspronkelijke functie en een andere functie kreeg aangeboden voor minder uur. Aan de orde kwam de vraag of de werknemer recht had op een transitievergoeding over het verschil in fte tussen de oude en de nieuwe functie.
Recentelijk heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in een geschil tussen een makelaar en zijn klant. De makelaar had de klant bijgestaan bij de verkoop van zijn woning. Bij de totstandkoming van de koopovereenkomst had de koper een financieringsvoorbehoud bedongen. De koper deed enige tijd later een beroep op dit voorbehoud en de verkoper aanvaardde dit. De koopovereenkomst werd ontbonden en de koop ging niet door.
Per 1 juli 2017 geldt in Nederland een nieuwe wettelijke regeling inzake betalingstermijnen. Op grond van deze wet mogen zogenaamde grote ondernemingen geen betalingstermijnen overeenkomen met kleine ondernemingen of zelfstandigen. Op grond van de nieuwe regels wordt een betalingstermijn van langer dan 60 dagen automatisch omgezet in een termijn van 30 dagen. Wordt na die termijn van 30 dagen betaald, dan wordt de wettelijke rente voor handelstransacties verschuldigd. Deze rente bedraagt op dit moment 8%.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (‘EHRM’) heeft op 5 september 2017 uitspraak gedaan in een Roemeense zaak. Het betrof een werknemer die van zijn computer op het werk verschillende persoonlijke e-mails aan zijn broer en aan zijn verloofde had verzonden. De werkgever ontsloeg de werknemer vanwege ongeoorloofd gebruik van werkvoorzieningen. De werknemer stelde dat een te vergaande inbreuk was gemaakt op zijn recht op privacy op de werkplek. Hij was van mening dat zijn recht op privacy was geschonden (artikel 8 EVRM).
Op 25 mei 2018 treedt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking. De AVG komt in de plaats van de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Op grond van de huidige wet geldt een meldplicht. Deze meldplicht wordt in de AVG vervangen door een verantwoordingsplicht. Op grond van deze verantwoordingsplicht dient elke organisatie die persoonsgegevens verwerkt vanaf 25 mei 2018 een intern register bij te houden van haar verwerkingsactiviteiten. Het register kan worden opgevraagd door de Autoriteit Persoonsgegevens. Een organisatie is dan verplicht inzage te geven.
Sinds januari 2016 geldt de Wet meldplicht datalekken. Wij schreven eerder over dit onderwerp. Een datalek is een inbreuk op beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of toegang tot verwerkte persoonsgegevens. U kunt denken aan een hack van uw systeem, het verlies van een laptop of USB-stick of de onbevoegde toegang tot een medisch dossier.
Naast de transitievergoeding kan de werknemer onder omstandigheden recht hebben op een billijke vergoeding. Op 30 juni 2017 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over het stelsel van de WWZ en het karakter van de billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW.
In een aantal uitspraken hebben rechters de billijke vergoeding min of meer omschreven als een boete voor slecht gedrag. De vergoeding zou een punitief (bestraffend) karakter hebben. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak echter afstand genomen van die termen en hij heeft aanwijzingen gegeven over de vraag hoe die billijke vergoeding moet worden vastgesteld. Welke normen moeten daarbij worden gehanteerd?
Op grond van een Europese richtlijn geldt dat als een werkgever zijn onderneming geheel of gedeeltelijk overdraagt aan een andere entiteit, de arbeidsovereenkomsten van het personeel van rechtswege meegaan op de andere partij. Werknemers komen dan automatisch in dienst van de nieuwe eigenaar van de onderneming.
In Nederland geldt een uitzondering op deze regeling in geval van faillissement. Als een curator in faillissement een onderneming overdraagt, geldt op grond van artikel 7:666 BW dat de werknemers niet automatisch overgaan. Hiermee heeft de Nederlandse wetgever beoogd om een doorstart van een onderneming mogelijk te maken zonder de doorstarter te belasten met zware personeelslasten.
In het huidige ontslagrecht speelt de herplaatsingsplicht van de werkgever een belangrijke rol.
Indien is voldaan aan een wettelijke grond voor ontbinding van een arbeidsovereenkomst via de kantonrechter moet tevens worden vastgesteld dat de werknemer niet kan worden herplaatst binnen de onderneming. Aan onder meer die vraag wordt een ontbindingsverzoek getoetst.
In een geschil tussen een ICT dienstverlener en een huisartsenpraktijk ging het om de vraag hoever de zorgplicht van de ICT dienstverlener strekte. Wat was het geval?
Het informatiesysteem van de huisartsenpraktijk was toe aan een update. De huisartsenpraktijk was afhankelijk van dit systeem, omdat alle medische gegevens van haar patiënten in het systeem waren opgeslagen. De huisartsenpraktijk had zelf een back-up gemaakt, zoals ook tussen partijen was overeengekomen. Vervolgens installeerde de ICT dienstverlener de update en zette zij de back-up terug. Na de installatie bleek echter dat alle gegevens verloren waren gegaan. Was de ICT dienstverlener aansprakelijk voor de door de huisartsenpraktijk geleden schade?
Sinds de Vestia-affaire staan door woningcorporaties afgesloten rentederivaten volop in de belangstelling. Inmiddels is duidelijk dat de gevaren voor woningcorporaties nog lang niet geweken zijn.
Door middel van een renteswap hebben veel woningcorporaties het risico op stijgende rente afgedekt. De woningcorporaties ruilden als het ware hun variabele rente onder een leningsovereenkomst om voor een vaste rente. Dat leek aantrekkelijk omdat men verwachtte dat de rente niet verder zou dalen. Nu de rente wel (veel) verder is gedaald, moeten woningcorporaties het verschil tussen de overeengekomen vaste rente en de lagere variabele rente bijbetalen.
In een recent arrest oordeelde het hof Den Haag over de bewijskracht van een overeenkomst die wel was ondertekend op de laatste bladzijde, maar niet op iedere bladzijde was geparafeerd. Wat was het geval?
Werkgevers worden steeds vaker geconfronteerd met werknemers die onderwerpen op sociale media posten die vaak ook de werkgever aangaan. Dit kan tot problemen leiden voor het bedrijf. Uiteindelijk kunnen deze uitlatingen op bijvoorbeeld Facebook leiden tot ontslag. Dat een dergelijk ontslag niet altijd stand houdt, blijkt uit de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter in de zaak van KLM. Wat was hier aan de hand?
De Raad voor Onroerende Zaken heeft op 18 april 2017 een nieuwe modelhuurovereenkomst voor woonruimte gepubliceerd. Het oude model dateerde al van 2003. De vastgoedpraktijk had behoefte aan een update, gelet op onder meer de in 2016 flink gewijzigde wetgeving voor verhuur van woonruimte (zie ons eerdere nieuwsbericht hierover) en rechtspraak over nietige boeteclausules in overeenkomsten met consumenten.
In onze laatste nieuwsbrief van 2016 informeerden wij u over de nieuwe Algemene verordening gegevensbescherming (de AVG). De AVG vervangt per 25 mei 2018 de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
De AVG komt grotendeels overeen met de Wet bescherming persoonsgegevens. De AVG voorziet in nogal wat verplichtingen die verband houden met de term accountability, het kunnen aantonen dat er is voldaan aan de wettelijke vereisten. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan de informatieplicht, die onder de AVG veel gedetailleerder is dan onder de Wbp. Ook is van belang dat de nationale toezichthouders (in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens) hogere boetes kunnen opleggen dan onder de Wbp.
De Haagse kantonrechter verbood in een recente opmerkelijke uitspraak de (af)bouw van een windmolenpark op het voormalige werkeiland Neeltje Jans. Voor de bouw van het nieuwe windpark waren de benodigde vergunningen afgegeven. De exploitant van het eveneens op Neeltje Jans gevestigde themapark, vreesde grote negatieve invloed en overlast en had tevergeefs bezwaar gemaakt. De bestuursrechter liet het vergunningenbesluit in stand. De bouw van de windmolens kon dus van start. Of toch niet?
Goodwill wordt in het algemeen gezien als de verdiencapaciteit van een onderneming. Over de juridische kwalificatie van goodwill bestaat echter geen eenduidige mening. Duidelijk is dat het geen zaak is en (volgens de Hoge Raad) geen vermogensrecht. Toch worden in de praktijk flinke bedragen betaald voor goodwill en bestaat ook een recht op bescherming van goodwill. Dit werd ook weer duidelijk in een procedure die twee voormalig artsen van het failliete Ruwaard van Putten Ziekenhuis aanspanden.
Vanaf 1 maart 2017 zijn de algemene bankvoorwaarden gewijzigd. Deze bankvoorwaarden zijn van toepassing op vrijwel iedere kredietrelatie tussen banken en hun klanten. Wij bespreken de belangrijkste wijzigingen.
Op grond van de oude voorwaarden was het mogelijk voor een bank om zelfstandig betalingen terug te draaien die werden gedaan door een beschikkingsonbevoegde. De bank maakte hiervan gebruik in geval van fraude en als na faillissement een overboeking plaatsvond ter uitvoering van een door de failliet gegeven betalingsopdracht. Dit werd vaak als onredelijk gezien tegenover de ontvangende partij, met name als tegenover de betaling een daadwerkelijke prestatie stond. Het eigenmachtig terugdraaien van dergelijke betalingen is nu niet meer mogelijk, tenzij sprake is van een onmiskenbare vergissing.
Werkgevers mogen volgens de Wet bescherming persoonsgegevens geen bijzondere persoonsgegevens (zoals medische gegevens) van hun werknemers verwerken. Er is wel een aantal uitzonderingen op dit verbod. De werkgever mag bijvoorbeeld wel gegevens verwerken die noodzakelijk zijn om het recht op loonbetaling bij ziekte vast te stellen. De instantie die dit controleert, de Autoriteit Persoonsgegevens, legt in 2017 de focus op de verwerking van deze bijzondere persoonsgegevens. Controleer daarom uw bedrijfsprocessen, want dit kan hoge boetes voorkomen. Dat dit belangrijk is, blijkt uit het volgende.
Is daadwerkelijke ondertekening daarvan noodzakelijk? De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde van niet.
De wet kent de mogelijkheid om een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Doorgaans wordt dat vastgelegd in een beëindigingsovereenkomst. Die vastlegging is onder andere belangrijk in verband met de termijn waarbinnen de werknemer alsnog op de overeenkomst kan terugkomen. De werknemer kan een dergelijke overeenkomst namelijk binnen twee weken ontbinden.
Het gerechtshof Arnhem/Leeuwarden deed op 27 januari 2017 een opvallende uitspraak in een zaak tussen een zorgaanbieder en een werkneemster. Na een dienstverband van zestien jaar ontstond een hooglopend conflict tussen werkgever en werkneemster, welk conflict uiteindelijk leidde tot een ziekmelding en een op non-actiefstelling. Twee maanden later diende de werkgever een ontbindingsverzoek in. De kantonrechter wees naast de transitievergoeding een billijke vergoeding ter hoogte van € 70.000,-- toe. In hoger beroep verlaagde het Hof de billijke vergoeding echter van € 70.000,-- tot € 25.000,--.
Als een partij tekortschiet in de uitvoering van een overeenkomst, kan de andere partij onder bepaalde omstandigheden de overeenkomst ontbinden. Eén van de vereisten voor zo’n ontbinding is dat de wederpartij in verzuim is. In de praktijk gaat het daar regelmatig fout. Een voorbeeld daarvan is de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 7 september 2016.
In de WWZ is bepaald dat een werknemer bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst in verband met het bereiken van de AOW-leeftijd geen recht heeft op de transitievergoeding. Uit recente jurisprudentie van het Hof van Justitie (in een Deense zaak) kan worden afgeleid dat die regel mogelijk in strijd is met Europees recht.
Bij een zorg- en kenniscentrum voor oudere doven was een conflict ontstaan tussen diverse interne organen. De Raad van Toezicht diende een enquêteverzoek in bij de Ondernemingskamer en verzocht daarbij schorsing van de bestuurder en benoeming van een tijdelijk bestuurder. De cliëntenraad en OR dienden een eigen enquêteverzoek in en verzochten juist schorsing van de voorzitter van de Raad van Toezicht en benoeming van een tijdelijk voorzitter. De bestuurder diende eveneens een enquêteverzoek in, min of meer gelijkluidend aan het verzoek van Cliëntenraad en OR.
Een crediteur van een vennootschap onder firma (v.o.f.) heeft verschillende mogelijkheden om zijn vordering te incasseren. Hij kan zich verhalen op het vennootschapsvermogen en op de vennoten persoonlijk. De vorderingen op enerzijds de v.o.f. en anderzijds de vennoten zijn aparte vorderingsrechten. Wanneer de crediteur veroordeling tot betaling vordert van de v.o.f. of van een vennoot, doet hij slechts één van die rechten gelden. Hoe zit het echter met de stuiting van de verjaringstermijn? Onlangs gaf de rechtbank Midden-Nederland antwoord op deze vraag.
Huurkoop is een bijzondere vorm van koop op afbetaling. Huurkoop is ook mogelijk bij onroerende zaken zoals kantoren, bedrijfspanden en woningen. De huurkoper betaalt naast een gebruiksvergoeding ook de aanschaf in termijnen. De wettelijke regels voor huur (huurbescherming!) of koop zijn niet van toepassing. De huurkoopregeling biedt bijvoorbeeld mogelijkheden om een koper met een mindere financiële draagkracht toch in staat te stellen een woning te kopen. De tot voor kort geldende regelgeving zorgde er echter voor dat in de praktijk huurkoop van onroerende zaken nauwelijks werd toegepast.
Het gerechtshof Den Bosch deed recent uitspraak in een zaak die interessant is voor vastgoedexploitanten, -eigenaars en supermarkten.
Wat speelde er?
Voor de invoering van de WWZ werd na een ontslag op staande voet vaak ook voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevorderd. Hield het ontslag geen stand, dan werd de arbeidsovereenkomst in ieder geval ontbonden. Lange tijd was onduidelijk of een voorwaardelijke ontbinding onder de WWZ ook mogelijk was. De Hoge Raad schiep recentelijk duidelijkheid. Voorwaardelijke ontbinding is nog steeds mogelijk.
In welk verzuimsysteem mag de bedrijfsarts of Arbodienst medische dossiers van werknemers opslaan? De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de do’s & don'ts op een rijtje gezet.
Op donderdag 8 december 2016 vond al weer het achtste juridische actualiteitenseminar van Van Boven advocaten plaats. Dit keer werden bestuurders en toezichthouders van meerdere Zeeuwse zorginstellingen en woningcorporaties bijgepraat over voor hen relevante juridische ontwikkelingen.
Is een werkgever aansprakelijk voor het illegaal downloaden van software door een werknemer, waarbij de werknemer de software gebruikte voor zijn werkzaamheden? De rechtbank Rotterdam beantwoordde deze vraag eerder dit jaar bevestigend. Maar hoe zit het als de software staat op een privélaptop van de werknemer? Ook dan is de werkgever aansprakelijk, zo oordeelde de rechtbank Overijssel onlangs.
Op donderdag 8 december 2016 organiseert Van Boven advocaten weer een juridisch actualiteitenseminar. Dit maal praten onze advocaten Pieter van Namen en Folkert Hiemstra onze cliënten en relaties uit de zorgsector bij over de huur en verhuur van zorgvastgoed en over corporate governance voor zorginstellingen.
Heeft u interesse, meldt u zich dan aan per e-mail via info@vanbovenadvocaten.nl.
In een eerder nieuwsbericht meldden wij al dat de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur van woonruimte per 1 juli 2016 zijn verruimd als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet doorstroming huurmarkt. Die wet kent ook een nieuwe en ruimere regeling voor doelgroepenverhuur.
Voor de eigenaar van winkelvastgoed heeft een aantrekkelijk detailhandelsaanbod vaak een positief effect op de verhuurbaarheid van zijn vastgoed. Dat kan anders worden als zich op korte afstand een concurrent vestigt. Een vastgoedeigenaar kan tegen die voorziene ontwikkeling alleen opkomen indien hij belanghebbende is bij het benodigde ruimtelijke besluit. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State merkt de eigenaar niet altijd als belanghebbende aan. Wanneer wel?
De commanditaire vennootschap (cv) heeft twee type vennoten, een commanditair en een beherend vennoot. De commanditair vennoot kan in beginsel alleen zijn inleg kwijtraken. De beherend vennoot is daarentegen hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de commanditaire vennootschap.
Het komt vaak voor dat een verkoper van goederen in een koopovereenkomst (of algemene voorwaarden) een eigendomsvoorbehoud opneemt. Dit betekent dat de door de verkoper geleverde goederen eigendom van de verkoper blijven tot dat de koopprijs is betaald. In de tussentijd worden de goederen wel al aan de koper geleverd en kan hij over die goederen beschikken. Kan de koper onder eigendomsvoorbehoud ook al een pandrecht op de geleverde goederen vestigen of kan dat pas als het eigendomsvoorbehoud is vervallen? Op deze vraag heeft de Hoge Raad op 3 juli 2016 antwoord gegeven.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft onlangs een boete opgelegd van € 500.000,-- aan webwinkeleigenaar T.O.M. B.V. en haar twee directeuren voor het overtreden van de regels voor betaling bij annulering van bestellingen. Consumenten die hun bestelling annuleerden kregen hun geld niet terug, tenzij zij daar zelf op aandrongen. Ook moesten consumenten genoegen nemen met een tegoedbon terwijl zij niet met een tegoedbon hadden betaald. ACM heeft eerder aangekondigd te gaan optreden tegen webwinkels die consumenten niet, onvolledig of niet op tijd terugbetalen. Hoe zit het ook al weer met het herroepingsrecht en retourneren bij webwinkels?
Op dit moment heeft elke lidstaat van de Europese Unie een eigen privacywet. In Nederland is dit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), gebaseerd op een privacyrichtlijn uit 1995. De afgelopen jaren is de Europese privacywetgeving herzien. In mei 2016 is de nieuwe Europese Privacyverordening (de ‘Verordening’) in werking getreden. Bedrijven, zowel in de publieke als de private sector, worden geacht hun bedrijfsvoering met de Verordening in overeenstemming te brengen en krijgen hiervoor de tijd tot 25 mei 2018.
Voordat een jaar geleden de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) werd ingevoerd was het staande praktijk: na een ontslag op staande voet vroeg de werkgever bij de kantonrechter vaak een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zo beperkte de werkgever het risico op een hoge loonvordering indien het gegeven ontslag achteraf ten onrechte gegeven was. Het is onduidelijk of een voorwaardelijke ontbinding sinds invoering van de WWZ nog mogelijk is.
Uit een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat een wettelijke uitsluiting van een ontslagvergoeding voor gepensioneerden in strijd is met Europees recht. Nederlanders die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en om die reden uit dienst gaan kunnen dus aanspraak maken op de transitievergoeding.
Begin 2016 is er door de Autoriteit Persoonsgegevens een nieuwe beleidsregel gepubliceerd over het verwerken van persoonsgegevens van zieke werknemers. Tegelijkertijd is er een nieuw boetesysteem ingevoerd. Schending van privacyregels ten aanzien van (zieke) werknemers wordt met hoge boetes bedreigd. Het is dus zaak voor werkgevers om hun dossiers strikt op orde te hebben.
Als een werknemer langer dan twee jaar ziek is en geen loondoorbetalingsverplichting wordt opgelegd, dan stopt de verplichting van de werkgever om loon te betalen. Daarmee eindigt het dienstverband niet, maar ontstaat een slapend dienstverband. De vraag is gerezen of de werkgever verplicht is om vervolgens de overeenkomst te beëindigen en een transitievergoeding te betalen. Volgens het Hof Arnhem Leeuwarden is die verplichting er niet.
Onze kennis delen we graag met onze relaties. Daarom organiseren wij regelmatig juridische actualiteitenseminars. Donderdag 9 juni jl. kwam de stand van zaken in het financieringsrecht aan bod.
Folkert Hiemstra besprak aan de hand van recente rechtspraak de zorgplicht van banken, persoonlijke borgstellingen, overkreditering en renteswap-overeenkomsten.
Jan de Meester gaf juridische duiding en tips hoe door ondernemers kan worden omgegaan met het opzeggen van de kredietovereenkomst door de bank.
Bent u geïnteresseerd in dit onderwerp ? Neem gerust contact op of download de presentaties in pdf.
Het komt vaak voor dat de verkoper van goederen in de koopovereenkomst (of algemene voorwaarden) een eigendomsvoorbehoud heeft opgenomen. Dit betekent dat de door de verkoper geleverde goederen eigendom van de leverancier blijven tot dat de koopprijs is betaald. In de tussentijd worden de goederen wel al aan de koper geleverd en kan hij over die goederen beschikken. Kan de koper onder eigendomsvoorbehoud ook al een pandrecht op de geleverde goederen vestigen of kan dat pas als het eigendomsvoorbehoud is vervallen? Op deze vraag heeft de Hoge Raad op 3 juli 2016 antwoord gegeven.
Op donderdag 9 juni a.s. houden wij weer een seminar. Dit keer praten onze specialisten ondernemingsrecht u bij over diverse aspecten van het financieringsrecht, zoals de bancaire zorgplicht en de do’s and don’ts bij het beëindigen van de kredietrelatie door de bank. Als u interesse heeft kunt u zich aanmelden per e-mail naar info@vanbovenadvocaten.nl
Per 1 juli 2016 is de Wet Doorstroming Huurmarkt van kracht. Met de wet verandert het nodige voor verhuurders van woonruimte. Naast een aangepaste regeling voor woonruimtehuurprijzen zorgt de wet voor een flinke uitbreiding van de mogelijkheden voor het tijdelijk verhuren van woonruimte.
De aannemer kan, wanneer zijn opdrachtgever de aanneemsom ten onrechte niet betaalt, in afwachting van die betaling het werk onder zich houden. Hij maakt dan gebruik van het zogeheten retentierecht. Dat kan grote consequenties hebben. Vandaar dat, om van het retentierecht gebruik te mogen maken, aan meerdere in de rechtspraak ontwikkelde vereisten moet worden voldaan.
Sinds 1 juli 2015 geeft de nieuwe Wet Werk en Zekerheid een strikt systeem van transitievergoedingen bij het einde van een arbeidsovereenkomst. Voor gevallen waar de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld richting de werknemer, kan de kantonrechter tevens een billijke vergoeding toekennen. Inmiddels zijn verschillende uitspraken gedaan over de billijke vergoeding. Die vergoeding loopt soms hoog op.
De bank heeft een vergaande zorgplicht richting haar cliënten. De zorgplicht is sinds 2014 vastgelegd in artikel 4:23 Wet op het financieel toezicht. Waartoe de zorgplicht in concrete gevallen leidt, is onderwerp van de nodige rechtszaken. Recentelijk deed het Hof Arnhem-Leeuwarden weer een nieuwe uitspraak over de zorgplicht van banken. Dit keer was het onderwerp zogenaamde overkreditering.
Mag een aannemer bestuurlijke boetes wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) contractueel doorleggen op zijn onderaannemer? De Hoge Raad staat dit toe.
Bij een datalek denkt u wellicht in de eerste plaats aan een hack van uw systeem met malware of ransomware. Maar, ook het verlies van een laptop, telefoon of usb-stick door een medewerker kan een datalek opleveren. Datzelfde geldt voor onbevoegde toegang tot een medisch dossier. Een datalek is niet alleen erg vervelend, maar kan ook juridische consequenties hebben. Bovendien geldt sinds 1 januari 2016 dat u op straffe van een boete verplicht bent een datalek te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Uit onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (voorheen het CBP) is gebleken dat veel zorg- en overheidsinstellingen persoonsgegevens verwerken in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Sinds 1 januari 2016 riskeren overtreders een hoge boete van de Autoriteit. Wat is hoog? Maximaal € 810.000,- of 10% van de jaaromzet.