Voorwaardelijke ontbinding na ontslag op staande voet?
Voorwaardelijke ontbinding na ontslag op staande voet?
Voordat een jaar geleden de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) werd ingevoerd was het staande praktijk: na een ontslag op staande voet vroeg de werkgever bij de kantonrechter vaak een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zo beperkte de werkgever het risico op een hoge loonvordering indien het gegeven ontslag achteraf ten onrechte gegeven was. Het is onduidelijk of een voorwaardelijke ontbinding sinds invoering van de WWZ nog mogelijk is.
Uitspraken waarin een voorwaardelijke ontbinding werd uitgesproken zijn gevolgd door evenzoveel uitspraken waarin de kantonrechter oordeelde dat deze ontbinding sinds 1 juli 2015 niet langer mogelijk is.
De kantonrechter te Enschede heeft bij beschikking van 20 mei 2016 de kwestie nu voorgelegd aan de Hoge Raad door het stellen van prejudiciële vragen. Voor de praktijk zou een duidelijk antwoord van de Hoge Raad welkom zijn.
Tot die tijd lijkt de uitspraak van het Hof Den Bosch van 28 april 2016 een goede leidraad te zijn. Voorwaardelijke ontbinding is mogelijk, mits de werkgever een concreet belang stelt bij het versneld verkrijgen van zekerheid over het gegeven ontslag op staande voet.
Hebt u vragen over ontslag? Onze advocaat arbeidsrecht staat u graag te woord.