Privé e-mailen tijdens het werk
Privé e-mailen tijdens het werk
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (‘EHRM’) heeft op 5 september 2017 uitspraak gedaan in een Roemeense zaak. Het betrof een werknemer die van zijn computer op het werk verschillende persoonlijke e-mails aan zijn broer en aan zijn verloofde had verzonden. De werkgever ontsloeg de werknemer vanwege ongeoorloofd gebruik van werkvoorzieningen. De werknemer stelde dat een te vergaande inbreuk was gemaakt op zijn recht op privacy op de werkplek. Hij was van mening dat zijn recht op privacy was geschonden (artikel 8 EVRM).
Opmerkelijk is dat de zogeheten kleine kamer van het EHRM de werkgever in januari 2017 in het gelijk stelde. Aanvankelijk werd geoordeeld dat de werkgever had gehandeld overeenkomstig de Roemeense wetgeving en overeenkomstig de in het bedrijf vastgestelde bedrijfsregeling. Het ontslag werd daarom terecht geacht.
De werknemer nam daar geen genoegen mee en heeft het EHRM gevraagd om de zaak door te verwijzen naar de zogeheten grote kamer. Aldaar hebben zeventien rechters zich over de zaak gebogen en de werknemer alsnog in het gelijk gesteld. De nationale rechter die de zaak had beoordeeld heeft volgens het EHRM niet onderzocht of de werknemer van tevoren was geïnformeerd over de mogelijkheid dat zijn e-mails zouden worden gecontroleerd. Ook heeft de rechter geen aandacht besteed aan de omvang van de inbreuk op de privacy van de betrokkene. Ook had de rechter niet onderzocht of er voldoende reden was voor een controle op de e-mail. Ook de vraag of een minder ingrijpend onderzoek had kunnen plaatsvinden was niet aan de orde gekomen. Aldus was er volgens het EHRM sprake van een ongeoorloofde inbreuk op de privacy van de werknemer.
Uit het arrest kunnen we de volgende aanwijzingen destilleren:
- De bescherming van het recht op privacy is verstrekkend en geldt ook op de werkvloer.
- De werkgever mag wel beperkingen stellen aan het privégebruik van e-mail tijdens het werk.
- Werkgevers doen er verstandig aan om een protocol op te stellen met regels over de controle op zakelijke- en privéberichtgeving.
- Als een controle plaatsvindt dan moet de inbreuk op de privacy zoveel mogelijk worden beperkt. Kies dus een mogelijk minder ingrijpende wijze van onderzoeken.
- Voor een controle moet een concrete en gegronde aanleiding bestaan.