Pandrecht op onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken
Pandrecht op onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken
Het komt vaak voor dat een verkoper van goederen in een koopovereenkomst (of algemene voorwaarden) een eigendomsvoorbehoud opneemt. Dit betekent dat de door de verkoper geleverde goederen eigendom van de verkoper blijven tot dat de koopprijs is betaald. In de tussentijd worden de goederen wel al aan de koper geleverd en kan hij over die goederen beschikken. Kan de koper onder eigendomsvoorbehoud ook al een pandrecht op de geleverde goederen vestigen of kan dat pas als het eigendomsvoorbehoud is vervallen? Op deze vraag heeft de Hoge Raad op 3 juli 2016 antwoord gegeven.
In de zaak Reuser/Rabobank bepaalde de Hoge Raad dat bij levering onder eigendomsvoorbehoud koper en verkoper allebei voorwaardelijk eigenaar van de goederen zijn. De verkoper wordt eigenaar onder ontbindende voorwaarde dat de koopsom niet wordt betaald, de koper onder opschortende voorwaarde dat die koopsom wel wordt betaald. Wordt door de koper een pandrecht op het (voorwaardelijk) eigendomsrecht gevestigd, dan ontstaat een pandrecht op (voorwaardelijk) eigendomsrecht.
Indien de koper vervolgens failliet wordt verklaard, dan is reeds het pandrecht gevestigd. Wordt de opschortende voorwaarde na het intreden van het faillissement vervuld, bijvoorbeeld door betaling door de pandhouder van de openstaande koopsom, dan groeit het pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de volle eigendom van de desbetreffende zaak.
Het arrest van de Hoge Raad zorgt ervoor dat de positie van financiers verder wordt versterkt. Indien een financier nu na de faillietverklaring van de debiteur de (restant) koopsom van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde stukken voldoet, zullen deze zaken alsnog onder een bedongen pandrecht komen te vallen.
Onze advocaten ondernemingsrecht vertellen u graag meer.