Welke betalingen mag een bestuurder in het zicht van het faillissement nog doen?
Welke betalingen mag een bestuurder in het zicht van het faillissement nog doen?
Mag een bestuurder die het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd nog betalingen doen? En handelt hij onrechtmatig als hij alleen maar een paar specifieke schuldeisers betaald? De Hoge Raad schiep eerder dit jaar duidelijkheid.
Uitgangspunt is dat elke vennootschap de vrijheid heeft om te bepalen welke schulden zij eerst betaalt. Dit verandert als de bestuurder voorziet dat de vennootschap haar activiteiten zal beëindigen en onvoldoende middelen heeft om al haar schuldeisers te voldoen. Vanaf dat moment moet de vennootschap haar schuldeisers gelijk behandelen, tenzij er een bijzondere reden is om onderscheid te maken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij crediteuren wiens hulp nodig is om een dreigend faillissement af te wenden, maar ook crediteuren wiens diensten nodig zijn om de onderneming tot het einde voort te zetten en daarmee waarde te behouden. Denk aan een energieleverancier of een leverancier van essentiële grondstoffen. Zou die niet betaald worden, dan zouden de activiteiten direct stilvallen en zou er op het moment van faillissement minder waarde gecreëerd zijn om te verdelen onder de schuldeisers.
De Hoge Raad heeft nu bevestigd dat onder voorwaarden ook nog betalingen kunnen worden gedaan nadat een vennootschap haar eigen faillissement heeft aangevraagd. Ook dan kan er een goede reden zijn om aansluitend bepaalde schuldeisers te betalen en leidt niet zonder meer tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder. Let op, de bestuurder moet dit later wel kunnen uitleggen.