Hoge Raad soepel met melding betalingsonmacht
Hoge Raad soepel met melding betalingsonmacht
Als een onderneming/vennootschap haar BTW en loonbelasting niet kan betalen, doet de bestuurder er verstandig aan om tijdig betalingsonmacht bij de fiscus te melden. Zo niet, dan kan de bestuurder persoonlijk aansprakelijk zijn voor de betreffende schulden.
Dit systeem van melden van betalingsonmacht geldt ook bij de achterstand in de betaling van pensioenpremies aan een bedrijfspensioenfonds. De melding moet onverwijld worden gedaan nadat de onderneming niet in staat blijkt te zijn om de pensioenpremie af te dragen.
Recent heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in een zaak over de toepassing van dit systeem. De kantonrechter en het hof oordeelden dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk was voor de betreffende schulden, het ging om bijna negen ton. De Hoge Raad oordeelde echter anders.
De feiten in deze zaak waren dat de onderneming in 2012 aan het pensioenfonds kenbaar maakte dat sprake was van financiële problemen. De onderneming had aan de schuldeisers ook een akkoord aangeboden van 25% en dat aanbod was door de schuldeisers inclusief het pensioenfonds aangenomen. Daarna ontstonden nieuwe hoge schulden aan het pensioenfonds, maar had de bestuurder geen schriftelijke betalingsonmacht kenbaar gemaakt.
De Hoge Raad oordeelde dat de melding betalingsonmacht achterwege kan blijven indien het bedrijfspensioenfonds tijdig en op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van die betalingsonmacht van de onderneming. Dat strookt volgens de Hoge Raad met de strekking van de regeling. De bestuurder kwam dus goed weg.
Dit oordeel is gebaseerd op de omstandigheden van de betreffende zaak, het blijft verstandig om bij eventuele betalingsonmacht tijdig en formeel juist te melden.