Eenzijdige wijziging van hypotheekkosten
Eenzijdige wijziging van hypotheekkosten
Onlangs wees het hof Amsterdam wederom een arrest waarin een bank werd teruggefloten. Het ging in dit geval om ABN AMRO Bank, die in diverse hypotheekovereenkomsten had bedongen dat zij de opslag bovenop de contractuele rente eenzijdig mocht wijzigen. Op 1 februari 2009 verhoogde de bank de opslag met 0,5% en in juni 2012 nogmaals met 1%. Als reden gaf de bank dat de economie sterk was veranderd en dat het voor de bank duurder was om geld te lenen. Verschillende leningnemers deden hun beklag en verenigden zich in een stichting. De stichting voerde vervolgens een procedure tegen de bank.
Het hof legde het wijzigingsbeding langs de lat van artikel 6:233 BW, op grond waarvan een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is als het – kort gezegd – onredelijk bezwarend is voor de consument.
Het hof overwoog dat het opslagbeding niet voldoende transparant is en dat de consument niet op voorhand in staat is gesteld om de economische gevolgen van het beding te voorzien. Vervolgens overwoog het hof dat de bedingen ook daadwerkelijk resulteren in een verstoring van het evenwicht ten nadele van de consument. Tot slot beoordeelde het hof of voldaan is aan de uitzonderingen op grond waarvan een dergelijk beding toch mag worden gebruikt. Het beding doorstond deze toets niet en strandde op het vereiste dat de wijziging op grond van het beding moet geschieden op grond van een geldige reden. De bank heeft geen zwaarwegende reden aannemelijk gemaakt. Dat het lenen van geld duurder werd, was namelijk al opgevangen door het feit dat het ging om zogenaamde Euribor-hypotheken, waarvan de rente dus al meebewoog met de marktrente. De bank diende de verhoging van de opslagen op de rente terug te betalen.
Ook nu blijkt weer dat de consument bij kredietverstrekking een verstrekkende bescherming geniet. Bijzonder is daarbij dat de rechter daar ook aan moet toetsen als de consument er geen specifiek beroep op doet.
De bank stelde overigens cassatie in. Het is dus afwachten hoe de Hoge Raad uiteindelijk oordeelt.