Verhuisvergoeding bij opzegging huur
Verhuisvergoeding bij opzegging huur
Bij toewijzing van een vordering tot opzegging van de huur van zogenaamde 290-bedrijfsruimte (bijvoorbeeld winkelruimte) heeft de rechter de mogelijkheid om de verhuurder te veroordelen tot het betalen van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van de huurder. In een arrest van 16 februari 2018 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of een vergoeding voor goodwill die de huurder voor een nieuwe locatie moet betalen valt onder de verhuis- en inrichtingskosten.
De Hoge Raad overweegt dat de tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten geen schadeloosstelling betreft. Alleen de specifiek in de wet beschreven kostenposten komen voor vergoeding in aanmerking. Dat betreffen kosten die verband houden met het feitelijk verhuizen naar en betrekken van de nieuwe locatie. Een goodwillvergoeding die de huurder moet betalen om een nieuwe locatie te betrekken valt daar uitdrukkelijk niet onder. Zo’n vergoeding ziet namelijk op de winstverwachting van het bedrijf dat in de nieuwe ruimte wordt uitgeoefend en niet op het betrekken van die bedrijfsruimte.