Wanneer bestaat de faillissementssituatie?
Wanneer bestaat de faillissementssituatie?
De rechtbank Oost-Brabant verklaarde recentelijk een vennootschap in staat van faillissement, terwijl die vennootschap op dat moment maar één schuldeiser had. Voordat de aanvraag was ingediend waren er meer schuldeisers, maar die hadden enkele maanden voor de faillissementsaanvraag afstand gedaan van hun vorderingen. Desondanks verklaarde de rechtbank de vennootschap failliet. De rechtbank was van oordeel dat het doen van afstand van de vordering en het vervolgens ontbinden van de vennootschap opmerkelijk was en veel vragen opriep. De curator moest die gang van zaken onderzoeken, aldus de rechtbank.
De failliete vennootschap ging in hoger beroep en het hof vernietigde het faillissementsvonnis. Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de faillissementssituatie intreedt als sprake is van het bestaan van schuld aan meer dan één schuldeiser (pluraliteit van schuldeisers), terwijl tenminste één vordering opeisbaar is. Het bestaan van meerdere schulden is dus een noodzakelijke voorwaarde voor het aannemen van de faillissementstoestand.
De rechtbank had het argument van de schuldeiser overgenomen dat sprake was van het ‘wegpoetsen’ van eerder bestaande steunvorderingen, maar de schuldeiser had niet uitgelegd waarom er toch meerdere schuldeisers zouden zijn. Het hof vond ook niet dat de gang van zaken wees op bestuurdersaansprakelijkheid.
Het oordeel van de rechtbank dat een curator de gang van zaken diende te toetsen was dus onjuist. De hoofdregel blijft dat voor het uitspreken van een faillissement vereist is dat de schuldenaar meer dan één schuldeiser heeft.