Re-integratieverplichtingen werkgever en werknemer 

Re-integratieverplichtingen werkgever en werknemer

Re-integratieverplichtingen werkgever en werknemer

Het concreet invullen van re-integratieverplichtingen bij ziekte levert regelmatig spanningen op tussen werkgever en werknemer. Recent verschenen twee uitspraken die iets meer duidelijkheid geven over de omvang van de verplichtingen.

Op 22 augustus 2017 deed het gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak over een door de werkgever toegepaste loonstop en de verplichtingen in het kader van het zogeheten tweede spoor. De werkgever in kwestie had een re-integratiebureau ingeschakeld. Dat bureau adviseerde de werkgever om de werknemer al enige sollicitatieactiviteiten te laten uitvoeren voorafgaand aan een individueel maatwerktraject. De werknemer verzette zich daartegen en dat leidde vervolgens tot het toepassen van een loonstop. Terecht, aldus het hof. Het uitgangspunt van de regeling Beleidsregels Beoordelingskader Poortwachter is dat als de werknemer op eigen kracht naar ander werk kan zoeken, de werkgever van zijn kant kan volstaan met het bieden van ondersteunende en faciliterende maatregelen. Kortom, de werknemer moet hier zelf de handen uit de mouwen steken.

In een andere zaak van het hof Arnhem-Leeuwarden speelde het volgende. Tussen werkgever en werknemer bestond een arbeidsconflict, als gevolg waarvan de werknemer thuis zat. De arbodienst adviseerde dat partijen eerst het arbeidsconflict zouden oplossen en dat daarna de re-integratie vorm zou krijgen. De werknemer nam die volgorde heel letterlijk. De werknemer meende dat eerst het arbeidsconflict moest worden opgelost voordat verdere gesprekken zouden plaatsvinden over werkhervatting. Dat alles leidde uiteindelijk tot escalatie en tot ontslag. Het hof onderkende dat het arbeidskundig rapport niet zo strikt diende te worden geïnterpreteerd.

De werkgever mocht de oplossing van het arbeidsconflict en de re-integratie parallel laten lopen. Vrij vertaald ligt de regie bij de werkgever en brengt de gezagsverhouding met zich mee dat de werknemer redelijke aanwijzingen van de werkgever dient op te volgen.