Handelsnaaminbreuk – sprake van verwarringsgevaar?

Handelsnaaminbreuk – sprake van verwarringsgevaar?

Handelsnaaminbreuk – sprake van verwarringsgevaar?

Het voeren van een handelsnaam die door een andere onderneming al wordt gevoerd is verboden. Ook is het verboden om een handelsnaam te gebruiken die zoveel lijkt op de handelsnaam van een andere onderneming, dat bij het publiek verwarring kan ontstaan. De kortgedingrechter in Amsterdam oordeelde onlangs echter dat niet iedere graad van verwarring een gebod tot naamswijziging rechtvaardigt. Wat was er aan de hand?

In deze zaak ging het om twee bedrijven: AddComm en Appcomm. AddComm vond dat Appcomm inbreuk maakte op haar handelsnaam. De bedrijven richtten zich gedeeltelijk op dezelfde markt, maakten gebruik van een Nederlandstalige website en Facebookpagina en bedienden de klanten uit dezelfde regio, namelijk heel Nederland. De klanten van beide bedrijven waren ondernemingen, organisaties en overheidsinstellingen.

Hoewel volgens de rechter enig gevaar op verwarring bestond, was de graad van verwarring in deze zaak onvoldoende om een gebod tot naamswijziging toe te kennen. Daarbij speelde onder andere dat de klanten van de bedrijven geen consumenten zijn, maar professionals waarvan een hoger dan gemiddeld niveau van oplettendheid mag worden aangenomen.

Ook als namen van twee bedrijven erg op elkaar lijken en de bedrijven deels dezelfde diensten aanbieden in dezelfde regio, is dus niet altijd sprake van voldoende verwarringsgevaar om het gebruik van een handelsnaam te verbieden. Ook hier spelen alle omstandigheden van het geval een rol. De mate van professionaliteit van klanten kan daarbij een doorslaggevende rol spelen.