Snelle winst maken op grond, te mooi om waar te zijn?
Snelle winst maken op grond, te mooi om waar te zijn?
Speculatieve grondhandel houdt de gemoederen al geruime tijd bezig. Doorgaans gaat het om landbouwgrond waarvan de verwachting wordt gewekt dat daar op termijn op mag worden gebouwd. Wie droomt niet van zo’n kans? Maar zoals we allemaal weten, als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het meestal niet waar. Hoe kijkt de rechter naar zo’n verkoop als de koper het gevoel heeft te zijn misleid en van de koop af wil? De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland oordeelde hier recentelijk over.
Wat was er gebeurd? Begin 2023 werd een partij telefonisch benaderd door een aanbieder van landbouwgrond, waarbij hoge rendementen werden beloofd. In totaal vonden zo’n vijftien tot twintig telefoongesprekken plaats. Daarnaast waren er vier fysieke gesprekken bij de potentiële koper thuis, waarbij de verkoper direct contracten op tafel legde. In totaal kocht hij voor circa € 500.000,-- aan percelen. Enige tijd na het ondertekenen van de laatste koopovereenkomst gaf de koper aan zich misleid te voelen en vernietigde hij de overeenkomsten op grond van dwaling, bedrog en oneerlijke handelspraktijken. De verkoper vorderde vervolgens nakoming in kort geding.
De voorzieningenrechter oordeelde dat sprake was van misleiding. Volgens de rechter stonden in de schriftelijke stukken misleidende bepalingen, werd geen inschatting gegeven van de kans op succes (lees: er werd niet gemeld dat de kans op succes heel klein was) en werd niet ingegaan op de onzekere omstandigheden die de kans op rendement verkleinden. De voorzieningenrechter vond de schriftelijke informatie onder de maat en overduidelijk meer gericht op aanprijzing dan op voorlichting. Verder had de voorzieningenrechter de indruk dat de verkoper zo gretig was geweest om transacties tot stand te brengen dat zij had nagelaten te verifiëren of de koper in staat was om het aanbod voldoende kritisch te beoordelen. Het businessmodel leek te zijn gericht op het zoeken van beïnvloedbare kopers van het soort dat zich meer laat leiden door mondelinge verkoopaansporingen, dan door schriftelijk vastgelegde waarschuwingen, aldus de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter overwoog dat voldoende twijfel bestond over de geldigheid van de koopovereenkomst en wees de vordering tot betaling van de koopsom af.
Of deze zaak nog in een zogenaamde bodemprocedure wordt uitgeprocedeerd, staat nog niet vast. Het is in ieder geval duidelijk dat ook de rechtspraak steeds kritischer wordt op te agressieve verkoopmethodes waarbij kopers onder druk worden aangezet tot het sluiten van transacties met grote geldelijke belangen. Ziet u dit ook als een duidelijke waarschuwing. Laat u zich goed voorlichten voordat u een transactie aangaat en laat u niet te snel verleiden om bij twijfel toch door te zetten.