Zorgplicht banken
Zorgplicht banken
De bank heeft een vergaande zorgplicht richting haar cliënten. De zorgplicht is sinds 2014 vastgelegd in artikel 4:23 Wet op het financieel toezicht. Waartoe de zorgplicht in concrete gevallen leidt, is onderwerp van de nodige rechtszaken. Recentelijk deed het Hof Arnhem-Leeuwarden weer een nieuwe uitspraak over de zorgplicht van banken. Dit keer was het onderwerp zogenaamde overkreditering.
Op advies van een professionele tussenpersoon hadden diverse particulieren aanvullende hypothecaire leningen op hun woningen afgesloten. Het geleende geld werd belegd. De door de tussenpersoon voorgeschotelde prognoses bedroegen zo’n 8%. Dat rendement werd bij lange na niet gehaald, waardoor de rente en aflossing niet uit het rendement konden worden betaald en de particulieren geld moesten bijleggen. Omdat de tussenpersoon in 2009 failliet ging, richtten de benadeelde partijen zich op de banken die de leningen hadden verstrekt. In de onderhavige zaak was dit Rabohypotheekbank. Een namens de gedupeerde particulieren optredende stichting verweet de bank onder meer dat zij in strijd met de op haar rustende zorgplicht had gehandeld en dat sprake was van overkreditering.
Het hof overwoog dat op banken een zorgplicht rust, die onder andere inhoudt dat zij klanten dienen te beschermen tegen het te lichtvaardig nemen van onverantwoorde financiële risico’s en tegen een gebrek aan inzicht. Daarbij hoort dat een bank bij het aangaan van een financieringsovereenkomst moet onderzoeken of de klant wel aan zijn verplichtingen onder de financiering kan voldoen. Daarnaast moet de bank de klant voldoende op de hoogte brengen van de risico’s. Op de bank rust dus zowel een onderzoeksplicht als een waarschuwingsplicht.
In de onderhavige zaak had de bank een inkomenstoets uitgevoerd. Zij had echter verzuimd om per individuele aanvraag te bezien of de financieringslasten ook bij een lager rendement dan 8% konden worden gedragen. Het Hof oordeelde op basis daarvan dat de bank haar zorgplicht had geschonden en daarmee onrechtmatig had gehandeld.
De uitspraak is in die zin opvallend dat de zorg- en waarschuwingsplicht volgens het Hof ook geldt als een consument wordt bijgestaan door een financieel adviseur c.q. tussenpersoon, terwijl zo’n tussenpersoon de consument juist met professioneel advies terzijde zou moeten staan. Banken zijn dus gewaarschuwd. Ook als een klant wordt bijgestaan door een professionele tussenpersoon, blijft de zorgplicht gelden.
Neemt u bij juridische vragen over financieringen contact op met onze specialisten ondernemingsrecht. Zij staan u graag te woord.