Rem op billijke vergoeding
Rem op billijke vergoeding
Sinds de invoering van de WWZ is de ontslagvergoeding genormeerd. In vrijwel alle gevallen moet de transitievergoeding aan de werknemer worden betaald. De maatstaven liggen vast in de wet.
Daarnaast heeft de wetgever de zogeheten billijke vergoeding geïntroduceerd. Dit is een aanvullende vergoeding die wordt toegekend als sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De wetgever heeft echter geen duidelijk inzicht gegeven in de vraag wat daar nu precies onder moet worden verstaan.
Sinds 2015 is veel rechtspraak verschenen over die billijke vergoeding. Recordhouder werd een mediabedrijf dat naar het oordeel van de kantonrechter ruim € 1 miljoen moest betalen. De werkgever ging vervolgens in hoger beroep en het hof draaide de uitspraak volledig terug. Samengevat oordeelde het hof dat er weliswaar fouten waren gemaakt, maar dat het niet ging om ernstig verwijtbaar handelen.
Inmiddels heeft ook de Hoge Raad een uitspraak gedaan over het criterium ernstige verwijtbaarheid. Hij overwoog dat daar alleen in uitzonderlijke en zeer evidente gevallen sprake van is. Met deze uitspraken wordt duidelijk dat er wel ruimte is voor een billijke vergoeding, maar dan echt alleen in uitzonderlijke gevallen.