Geen billijke vergoeding, wel schadevergoeding
Geen billijke vergoeding, wel schadevergoeding
De kantonrechter te Den Haag deed recentelijk uitspraak in een zaak over een werknemer die zich in verband met een conflict met de werkgever ziek had gemeld en sindsdien geen arbeid meer had verricht. De re-integratie kwam vervolgens niet tot stand, niet bij de eigen werkgever en ook niet bij een andere werkgever (het zogeheten tweede spoor). De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst uiteindelijk vanwege een verstoorde arbeidsrelatie en kende de transitievergoeding toe. Het verzoek van de werknemer tot toekenning van een aanvullende billijke vergoeding werd afgewezen. De rechter vond niet dat de werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld.
Opvallend was dat de kantonrechter wel een extra schadevergoeding toewees op grond van artikel 7:611 BW. In dat artikel staat dat de werkgever en werknemer zich als goed werkgever en werknemer naar elkaar toe moeten gedragen. De rechter was van mening dat de werkgever steken had laten vallen rondom het thuiswerken, onjuist taalgebruik tegenover de werknemer had gebruikt en zich niet voldoende had ingezet voor re-integratie. Dat alles werd aangemerkt als een schending van het goed werkgeverschap. Op basis daarvan wees de kantonrechter een schadevergoeding toe van € 10.000,-- netto.
Ook in een eerdere uitspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden kan worden gelezen dat er ruimte bestaat voor een extra schadevergoeding op grond van handelen in strijd met goed werkgeverschap. De kantonrechter te Den Haag bevestigt die lijn en heel recent deed het hof ’s-Hertogenbosch dat ook.
Voor werknemers is het in ieder geval aan te raden om, indien sprake is van concrete schade, dat in de ontbindingsprocedure aan de orde te stellen met verwijzing naar artikel 7:611 BW.