Een handelsnaam. Hoe zit het ook alweer?

Een handelsnaam. Hoe zit het ook alweer?

Een handelsnaam. Hoe zit het ook alweer?

Een handelsnaam is de naam waaronder een onderneming wordt gedreven. Registratie is niet vereist. Voldoende is dat de naam wordt gevoerd en bij het publiek bekend is.

Een handelsnaam die erg beschrijvend is, kan ook als handelsnaam dienen. Een sterk beschrijvende handelsnaam heeft echter slechts geringe beschermingsomvang.

Inbreuk?

De handelsnaam beschermt tegen verwarringsgevaar bij het publiek (zoals de klantenkring en leveranciers). Het is daarom in beginsel verboden een handelsnaam te voeren die al door een andere onderneming wordt gevoerd. Ook is het verboden om een handelsnaam te gebruiken die zoveel lijkt op de handelsnaam van een andere onderneming, dat bij het publiek verwarring kan ontstaan.

Als twee partijen dezelfde of soortgelijke handelsnaam gebruiken is de eerste vraag wie van de twee de naam eerder (rechtmatig) voerde. Vervolgens moet worden gekeken of bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen is te duchten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aard van de onderneming (bijvoorbeeld een slagerij of een webshop) en de plaats van de vestiging. Bij dit laatste kan internet een rol spelen, maar dat is afhankelijk van de wijze waarop het internet wordt ingezet en wie het daadwerkelijke publiek van de betreffende onderneming is. De rechter kijkt bij het vaststellen van een handelsnaaminbreuk dus naar meer dan alleen de overeenkomsten tussen de twee handelsnamen. Ook de (potentiële) klantenkring, de locatie en de te leveren diensten worden meegewogen.

Een aantal voorbeelden

De rechtbank Amsterdam oordeelde onlangs dat de handelsnamen van een advocatenkantoor (LINQ) inbreuk maakte op de handelsnaam van een ander advocatenkantoor (LINK). Dit ondanks het feit dat het ene kantoor in Limburg was gevestigd en het andere kantoor in de Randstad. Volgens de rechtbank zou er, ondanks de afstand, sprake zijn van verwarringsgevaar omdat beide kantoren een website hebben en landelijk vindbaar zijn voor potentiële cliënten.

De rechtbank in Amsterdam oordeelde in een andere zaak dat Appcomm geen inbreuk maakte op de handelsnaam AddComm. De klanten van beide ondernemingen zijn volgens de rechtbank professionals zodat er sprake is van een hoger niveau van oplettendheid en daarmee er slechts een geringe mate van verwarring te duchten is. Zie ook: ‘Handelsnaaminbreuk – sprake van verwarringsgevaar?’ 

Tot slot een zaak waarbij een handelsnaam (Fysio Roermond) geen inbreuk maakte op de handelsnaam van de concurrent (Fysiotherapie Roermond). De rechtbank in Limburg oordeelde dat sprake was van louter beschrijvende handelsnamen en dat partijen daarom geen beroep kunnen doen op bescherming op grond van de Handelsnaamwet. Het uitgangspunt is dat het voor een ieder mogelijk moet zijn een voor zijn diensten of producten beschrijvende handelsnaam te gebruiken. Het gebruik van een dergelijke aanduiding, ook als dit gevaar voor verwarring veroorzaakt, kan wel onrechtmatig zijn, maar alleen in geval van bijkomende omstandigheden.

Tot slot

Controleer bij het in gebruik nemen van een nieuwe handelsnaam of dezelfde, dan wel een soortgelijke handelsnaam reeds door een andere onderneming in gebruik is. Is dit het geval, bedenk dan of er sprake kan zijn van verwarring bij het publiek en houd daarbij rekening met de aard van de ondernemingen en de plaats van vestiging. Bedenk tot slot dat een zuiver beschrijvende handelsnaam zwakke bescherming geniet.

Heeft u vragen over dit onderwerp, neemt u dan contact op.